Navigation bar
  Print document Start Previous page
 86 of 111 
Next page End 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91  

De Bonte Was, MOEDERBOEK, Amsterdam 1976, feministiese uitgeverij de Bonte Was
86
gelijkend onderzoek naar ijskasten.
Zo kon ik vanaf m'n vijfentwintigste de druk tot gezinsvorming, altijd
gevoeld maar eigenlijk alleen uitgeoefend door mijn eigen moeder, om-
vormen tot druk om me tegen af te zetten. Mijn moeder zelf maakte me
dit duidelijk door, toen ik mijn laatste vriend de bons had gegeven, te
zeggen: 'Ja... goed... maar je bent nu al vijfentwintig en je hebt al
zo'n lelijk litteken op je lip...! Ik kreeg het gevoel dat m'n werk en
m'n moeder een komplot hadden om me in het huwelijk te krijgen en
daardoor werd ik extra vastbesloten om niet te trouwen. Vanaf toen
had ik veel minder de vluchtgedachte aan een eigen gezin, waardoor het
op mijn werk ook beter ging.
Zo leefde ik vooral vanaf m'n 28ste erg prettig, met alleen de zorg voor
mezelf, en nadat ik m'n baan had kunnen halveren, ook de tijd voor
mezelf. Ik prees me gelukkig zonder gezin.
Toch kreeg ik nog twee kinderen op de valreep. Ik ging samenwonen
met iemand die er twee heeft en die twee komen met grotere regelmaat
dan me lief is over mijn vloer. Ze maken van mijn tafel waarachtig een
ontbijttafel. Het heeft twee jaar geduurd voordat ik er aan gewend was
om als ze er zijn niets voor mezelf te doen (dus niet lezen bv.), dat leidt
alleen maar tot frustratie. Na vier jaar komt het oudste kind, een zoon,
op eigen wens wat minder regelmatig. Toen pas heb ik gemerkt dat 90%
van dat eeuwigdurende aandachtgevraag op zijn rekening komt. Alleen
met het andere kind, een dochter, moet er ook wel van alles bewonderd
worden (en ik maar steeds bijna Tjongejonge zeggen, net als mijn vader
zaliger, en 'Maak er nog maar één') maar na het bewonderen krijg je ook
even rust. Dan kun je wel tien minuten achter elkaar lezen.
Achteraf ben ik zeer tevreden over mijn moeilijk te nemen besluit geen
kinderen te krijgen. Want wat deze vreemde kinderen mij gekost hebben
had ik nooit kunnen opbrengen voor levenslange eigen kinderen.
TOCH MAAR GEEN LIEF ZACHT WEZENTJE
Wel of geen kinderen, een schuldcomplex proberen ze je toch wel aan te
praten. Ik ben geen moeder en wil er ook geen worden. Tegenwoordig
kan ik dat zonder meer zeggen, maar vier jaar geleden deed ik dat niet
zo maar. Toen wilde ik zelf nog een kind. Toen schreef ik nog gedich-
ten, over hoe het zou zijn om zelf een kind te hebben. Die gedichten
zagen er dan ongeveer zo uit:
Klein, zacht, lief, onschuldig
wezentje dat ademt
wezentje dat leeft
wezentje dat liefde geeft
wezentje dat voldoening schenkt
wezentje waarvan je gaat houden
'n kind.
En dat was wat ik me bij een kind voorstelde. Heel mooi weliswaar
maar zo onrealisties. Zolang een kind nog een baby is, is het best leuk
en aardig, met uitzondering van de keren dat het ligt te krijsen en niet
stil te krijgen is.
Uiteindelijk begint moederschap met negen maanden een ander in je
lijf, vaak gepaard gaand met voortdurende misselijkheid. Op het eind
kun je je kleren niet meer aan en lig je 's nachts wakker van het getrap
in je buik. En dan als afsluitend geheel, de pijn van het baren van een
kind. De moeilijkheden zijn hiermee niet afgelopen natuurlijk. Ze begin-
nen nu pas goed. Niet alleen verantwoording voor jezelf, ook die van je
kind. En die kan zo verdomd zwaar wegen. Het gevangen in je eigen
huis zijn omdat je je kind niet alleen kunt laten. Het nooit tijd
http://www.purepage.com Previous page Top Next page