Charlotte Perkins Gilman, Het gele behang (1892). Nederlandse vertaling, De Bonte Was, 1977
12
Het buitenste patroon beweegt echt - en geen wonder! De vrouw erachter
schudt eraan!
Soms denk ik dat er een groot aantal vrouwen achter zit, en soms maar één,
en die kruipt snel rond, en haar gekruip doet het overal schudden.
Dan, op de erg lichte plekken, houdt ze stil, en precies op de beschaduwde
plaatsen pakt ze de tralies gewoon vast en schudt er hard aan.
En ze probeert de hele tijd er doorheen te klimmen. Maar niemand zou door
dat patroon kunnen klimmen - het wurgt. Ik denk dat het daarom zoveel
hoofden heeft.
Ze komen erdoor en dan wurgt het patroon ze en draait ze onderste boven en
maakt hun ogen wit!
Als die hoofden waren bedekt of weggehaald zou het half zo erg niet zijn.
Ik denk dat de vrouw er overdag uit gaat!
En ik kan - onder geheimhouding vertellen waarom: ik heb haar gezien!
Het is dezelfde vrouw, dat weet ik want ze kruipt altijd, en de meeste
vrouwen kruipen niet overdag.
Ik zie haar op die lange laan onder de bomen, kruipend, en als er een rijtuig
komt verbergt ze zich onder de zwarte-bessenstruiken.
Ik neem haar dat helemaal niet kwalijk. Het moet erg vernederend zijn om
overdag kruipend te worden aangetroffen!
Ik sluit de deur altijd als ik overdag kruip. Ik kan het 's nachts niet doen,
want ik weet dat John meteen iets zou vermoeden.
En John doet nu zo raar dat ik hem niet wil irriteren. Ik wou dat hij een
andere kamer nam!
Bovendien, ik wil niet dat iemand behalve ikzelf die vrouw er 's nachts
uitlaat.
Ik vraag me vaak af of ik haar uit alle ramen tegelijk zou kunnen zien. Maar,
hoe snel ik me ook omdraai, ik kan maar uit één raam tegelijk kijken.
En hoewel ik haar altijd zie, zou ze sneller kunnen kruipen dan ik me kan
omdraaien!
Ik heb haar soms ver weg gezien in het open veld, zo snel kruipend als de
schaduw van een wolk bij harde wind.
Als alleen dat boven patroon maar van het onderpatroon zou kunnen worden
afgehaald! Ik ben van plan het te proberen, stukje bij beetje.
Ik heb iets anders raars ontdekt, maar dit keer vertel ik het niet! Het is
onverstandig de mensen te veel te vertrouwen.
Er zijn nog maar twee dagen om het behang eraf te krijgen, en ik geloof dat
John het begint te merken.
Ik heb het niet op de blik in zijn ogen.
Ik hoorde hem Jennie een boel beroepsvragen over mij stellen. Zij kon een
heel goed rapport uitbrengen.
Ze zei dat ik veel sliep overdag.
John weet dat ik 's nachts niet erg goed slaap, ook al ben ik nog zo rustig!
Hij vroeg mij ook allerlei dingen en deed erg liefhebbend en vriendelijk.
Alsof ik hem niet zou kunnen doorzien!