Navigation bar
  Print document Start Previous page
 13 of 19 
Next page End 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18  

Charlotte Perkins Gilman, Het gele behang (1892). Nederlandse vertaling, De Bonte Was, 1977
13
Maar ja, het verbaast me niets dat hij zo doet, gezien het feit dat hij drie
maanden onder dat behang heeft geslapen.
Het gele behang gaat alleen mij aan, maar ik ben er zeker van dat John en
Jennie er zonder dat ze het weten door zijn aangetast.
Hoera! Dit is de laatste dag, maar dat is genoeg.
John blijft vannacht in de stad en komt niet vóór vanavond thuis.
Jennie wou bij me slapen - het sluwe kind – maar ik zei haar dat ik
ongetwijfeld meer zou uitrusten van een nacht helemaal in m'n eentje.
Dat was heel slim, want in werkelijkheid was ik helemaal niet alleen! Zodra
het maanlicht kwam en dat arme mens begon te kruipen en aan het patroon
te schudden, stond ik op en ging vlug naar haar toe om haar te helpen.
Ik trok en zij schudde, ik schudde en zij trok en vóór het morgen was
hadden we meters papier van de muur.
Een strook tot ooghoogte en de helft van de kamer rond.
En toen, toen de zon kwam en dat verschrikkelijke patroon me begon uit te
lachen, toen nam ik me voor dat ik het vandaag af zou maken!
We gaan morgen weg, en dan slepen ze al m'n meubels weer naar beneden
om alles achter te laten zoals het eerst was.
Jennie keek stomverbaasd naar de muur, maar ik vertelde haar vrolijk dat ik
dat had gedaan uit pure rancune over dat lelijke spul.
Ze lachte en zei dat ze er zelf ook best zin in zou hebben, maar dat ik me
niet moe moest maken.
Wat verraadde ze zichzelf op dat moment.
Maar ik ben hier en niemand raakt dat behang aan behalve ik - niet levend!
Ze probeerde me uit de kamer te krijgen - het lag er te dik op! Maar ik zei
dat het er nu zo rustig en leeg en schoon was dat ik erover dacht om weer
wat te gaan liggen en zoveel te slapen als ik zou kunnen; en dat ze me zelfs
niet voor het eten moest wekken - ik zou wel roepen als ik wakker was.
Nu is ze dus weg, en de bedienden zijn weg, en de meubels zijn weg, en er
is niets meer dan dat grote vastgespijkerde bed met het canvasmatras dat we
erop vonden.
We zullen vannacht beneden slapen en morgen de boot naar huis nemen.
Ik ben bepaald blij met de kamer, nu hij weer leeg is.
Wat hebben die kinderen het hier vernield!
Het bed is behoorlijk afgekloven.
Maar ik moet aan het werk.
Ik heb de deur op slot gedaan en de sleutel uit het raam op de oprijlaan
gegooid.
Ik wil er niet uit, en ik wil er niemand in tot John komt.
Ik wil hem uit z'n voegen hebben.
Ik heb hier boven een touw dat zelfs Jennie niet heeft gevonden. Als die
vrouw eruit komt en er vandoor probeert te gaan, dan kan ik haar
vastbinden!
Maar ik vergat dat ik niet bij de bovenkant kan als ik niets heb om op te
staan!
http://www.purepage.com Previous page Top Next page