Navigation bar
  Print document Start Previous page
 87 of 163 
Next page End Contents 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92  

MISDADEN TEGEN DE VROUW
, Tribunaal Brussel 1976. Diana Russell & Nicole Van de Ven, 1977
Nederlandse vertaling, De Bonte Was, Amsterdam 1977
87
paar minuten lopen van het tehuis waar ik het eerst kwam en ik ga er bijna elke dag naartoe om
de vrouwen te helpen die daar wonen. 
In november 1975 kwam de scheiding op grond van wreedheid erdoor en ik kreeg de voogdij over
de kinderen. Ik zou ook een toelage krijgen van ongeveer f 75 voor de kinderen, maar tot nu toe
heeft mijn man nog nooit één cent betaald. De autoriteiten proberen hem via de rechtbank te
dwingen om te betalen, maar het duurt drie maanden vóór de zaak voorkomt. Maar er zijn veel
vrouwen die niet zoveel geluk hebben. Sommige zijn er geestelijk verschrikkelijk aan toe. Anderen
zijn zo erg geslagen dat ze niet voor hun kinderen kunnen zorgen.
Van januari 1975 tot januari 1976 zijn er 29 vrouwen en 42 kinderen in dit tehuis geweest. De
meeste hebben met hun kinderen een ander huis gekregen. Nog steeds komen ze elke veertien
dagen naar bijeenkomsten om te praten, voor advies en om hun problemen te bespreken. Meestal
krijgen ze raad van iemand die in dezelfde situatie zit. Women's Aid in Edinburgh heeft nu drie te-
huizen in die stad en ze zijn altijd vol. We hopen dat in nog veel meer steden en landen zulke te-
huizen kunnen worden geopend voor vrouwen die zo afschuwelijk worden mishandeld door hun
mannen, zodat vrouwen en hun kinderen een schuilplaats kunnen vinden.
Getuige 2: Engeland
Ik heet P. en ik kom uit Londen en ook ik ben vroeger mishandeld. Ons huwelijk duurde 12 1/2
jaar, waarvan er 11 vrij gelukkig waren. We hadden zo af en toe wel eens ruzies, maar hij sloeg
me niet. Als mijn man een driftbui kreeg, gooide en smeet hij met van alles en schopte tegen de
deur en zo. Vanwege moeilijkheden met de geboorteregeling, moest ik in 1972 worden
gesteriliseerd. Toen begon mijn man me ook te mishandelen. De eerste keer dat het gebeurde
was vier maanden nadat ik was gesteriliseerd. Ik was met mijn man naar een dansavondje
geweest. In de loop van de avond vroeg een man me ten dans. Ik danste niet met hem, maar ging
zitten. Maar mijn man zei dat ik een vriend had en hij werd verschrikkelijk dronken. Aan het eind
van de avond nam hij me mee naar het parkeerterrein, zei weer dat ik 'n vriend had en begon me
te slaan en te stompen waar al mijn vrienden en iedereen bij was.
Dat was het enige voor ongeveer zes maanden, totdat hij in 1973 een verhouding kreeg met een
andere vrouw. Hij bleef vier nachten weg en toen hij terugkwam zei hij: 'Ik heb een andere vrouw
gevonden, en ik wil met haar gaan samenwonen!' Ik schrok vreselijk want hij had wel eerder een
vriendin gehad, maar daar vertelde hij nooit iets over en als ik het merkte hield hij ermee op. Maar
dit keer zei hij dat hij weg wilde en dat hij bij haar wilde gaan wonen. Dus stemde ik toe. Zodra ik
toestemde, beschuldigde hij mij ervan dat ik niet meer van hem hield en hem niet meer wilde. Wat
kon ik doen? Ik wist niet of hij mij of haar wilde. De ene nacht sliep hij bij haar en de andere bij mij.
Mijn gezondheid begon er onder te lijden. Ik werd steeds magerder en kon niet slapen en de
kinderen waren erg ongelukkig. Uiteindelijk zei ik tegen hem dat ik er niet meer tegen kon. Ik
moest weten of hij bij mij zou blijven of bij die andere vrouw in zou trekken. Hij zei dat hij geen
beslissing kon nemen. 
Toen hij er op een avond niet was, belde een vriendin me op en vroeg of ik meeging om een borrel
te drinken. Ik dronk twee borrels, ging terug naar huis en begon me uit te kleden. Plotseling werd
de buitendeur door mijn man ingetrapt. Ik had alleen mijn onderkleding nog aan. Hij kwam de
slaapkamer binnen, riep dat ik een hoer was, vroeg wie de man was bij wie ik die avond was ge-
weest en begon mijn kleren te verscheuren. Toen hij al mijn kleren van mijn lichaam had getrok-
ken, begon hij me te schoppen, stompen en sigaretten op me uit te drukken tot ik niet meer op kon
staan. Toen werd ik aan mijn haar de trap af gesleept en in de keuken bewerkte hij me met zijn
vuisten, met een mes en sloeg een stoel op mijn rug stuk. Een vol uur lang werd mijn hoofd tegen
een stenen muur geslagen. En het enige wat hij zei was: 'Je bent een hoer. Je bent een hoer. Wie
is die man waarbij je bent geweest? ' Ik bleef zeggen dat ik niet met een man was weggeweest en
dat ik alleen maar een borrel was gaan drinken. Hij had Spaanse laarzen aan met heel hoge
hakken en hij trapte op mijn voeten en tenen tot al mijn nagels eraf waren en ze vreselijk
bloedden. Toen hij me drie uur lang mishandeld had, kwam eindelijk de politie. De deur was open,
maar toch kwamen ze niet binnen, maar klopten beleefd. Mijn man ging naar de deur en zei dat ik
de hele avond weg was geweest en de kinderen alleen had gelaten. De politie heeft mij niet
http://www.purepage.com Previous page Top Next page